LUISTERNAMIDDAGEN

Locatie: Cinema Walburg, Kerkstraat 28 Hamont

Inkom: cultuurpas of ter plekke een los ticket € 7

 

Onderstreepte woorden: geeft een link naar meer details. Klik op pijltje links boven om terug te keren

19 oktober  

Een portret van Johannes Brahms

Johannes Brahms (Hamburg7 mei 1833 – Wenen3 april 1897) was een Duitse componistdirigentorganist en pianist.

Brahms werd geboren in een sloppenwijk van Hamburg. Hij was de zoon van een muzikant die in cafés hoorn en contrabas speelde, en een kleermaakster. Zijn ouders zagen al snel zijn grote muzikale talenten en hij kreeg op zijn zevende jaar pianoles van Otto Friedrich Cossel. Toen hij tien jaar oud was, speelde hij de pianopartij in het pianokwintet opus 16 van Ludwig van Beethoven. Dit optreden werd bijgewoond door een Amerikaanse impresario, die veel geld bood voor een tournee in de Verenigde Staten van dit wonderkind. Onder druk van zijn pianoleraar, die bang was dat het talent zich door dit plan niet verder zou ontwikkelen, ging de tournee niet door. Johannes kreeg daarop gratis les van Eduard Marxsen, de beste pianoleraar van Hamburg.

23 november   

 

GEANNULEERD VANWEGE FAMILIEOMSTANDIGHEDEN

Ein deutsches Requiem van Johannes Brahms
Ein deutsches Requiem, nach Worten der heiligen Schrift, op. 45, is een groot werk voor koor, solisten en symfonieorkest - eventueel met orgel - gecomponeerd door de Duitse componist Johannes Brahms tussen 1865 en 1868. Het is geestelijke muziek, maar zonder liturgische teksten. Het bestaat uit zeven delen en duurt ongeveer 70 tot 80 minuten, waarmee het het langste werk is van Brahms.

Johannes Brahms toen hij Ein deutsches Requiem schreef (1865-1868)  Onbekende fotograaf

21 december 

GEANNULEERD VANWEGE FAMILIEOMSTANDIGHEDEN

 

Pianoconcerto nr.2 van Johannes Brahms

Het Pianoconcert nr. 2 in Bes majeur, opus 83 van Johannes Brahms is een pianoconcert van Brahms waaraan hij van 1878 tot 1881 werkte. Hij droeg het werk op aan zijn leraar Eduard Marxsen. Tussen het componeren van zijn tweede pianoconcert en zijn eerste pianoconcert bevond zich een tijdspanne van 22 jaar.

In tegenstelling tot concerten uit de klassieke en romantische periode met drie delen, componeerde Brahms vier delen:

  1. Allegro non troppo
  2. Allegro appassionato
  3. Andante
  4. Allegretto grazioso

Openingsdeel met hoorn

25 januari   

MEESTERLIJKE VARIATIES

Variatiesvormen doorheen de tijd
Variëren is zo oud als de straat. Een eenvoudig thema nodigt uit om te herhalen en daarna te veranderen, vervormen, omspelen en ontwikkelen. Hetzelfde klinkt telkens anders, anders maar toch ook weer hetzelfde. Grote componisten houden zeker ook van de variatievorm. Ze kunnen met veel vakmanschap en creativiteit een thema uitpuren. Ze maken hierbij gebruik een aantal variatietypes die in deze luisternamiddag onder de loep gehouden worden.

Rococovariaties
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski voltooide zijn Rococovariaties voor cello en orkest (opus 33) in januari 1877. Sinds zijn jeugd had hij een grote adoratie voor Wolfgang Amadeus Mozart. Hij beschouwde hem als een “God onder de componisten”. In zijn Rococovariaties laat Tsjaikovski zich duidelijk leiden door zijn idool en vloeide een sierlijke melodie in de trant van de 18e eeuw uit zijn pen. Dit elegante thema is het uitgangspunt voor verbluffende variaties waarbij de cellist zijn virtuositeit én muzikaliteit kan demonstreren. Laat je ontroeren door dit pakkend werk!


Enigmavariaties
Edward Elgar schreef in 1899 zijn Variations on an Original Theme for Orchestra, opus 36 (‘Enigma') en droeg het stuk op aan zijn vrienden. Hij vertrekt vanuit een thema dat hij telkens zo varieert om de persoonlijkheid of een karaktertrek van mensen die hem nauw aan het hart liggen muzikaal te portretteren. Het resultaat is een boeiende reeks variaties met een grote afwisseling in sfeer en levendige humor. Er zijn ook raadsels aan verbonden -zoals de ondertitel ‘Enigma’ aangeeft- en deze trachten we te ontrafelen op deze luisternamiddag!

 

 

22 februari   

Meesterlijke variaties: Rococovariaties van Tsjaikovski.

De Rococovariaties van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski is een werk gemaakt voor cello en orkest (kan ook cello en piano). Het stuk werd in 1876 geschreven voor en mede door de Duitse cellist Wilhelm Fitzenhagen12. Het werk herbergt behalve het thema, acht variaties en duurt ruim 20 minuten. Overigens componeerde Tsjaikovski zijn Rococovariaties in de stijl van zijn idool Mozart3

21 maart 

Meesterlijke variaties: Enigmavariaties van Elgar

Variations on an Original Theme for orchestra, Op. 36 (Enigma), beter bekend als de Enigmavariaties (Enigma Variations), is een orkestwerk bestaande uit een muzikaal thema en veertien variaties, gecomponeerd door Edward Elgar in 1898-1899. Het is een van de bekendste grootschalige werken van Elgar, niet alleen vanwege de muziek maar ook door het raadsel dat met die muziek verbonden is. Elgar droeg het stuk op aan "mijn vrienden die erin geschetst worden", een verwijzing naar het feit dat de verschillende variaties elk een muzikaal portret vormen van iemand uit zijn vriendenkring.

Met het werk brak Elgar niet alleen zelf door als componist, maar plaatste hij ook na enkele eeuwen de Britse muziek weer internationaal op de kaart.

25 april   

Meesterlijke variaties: The Young Person’s Guide to the Orchestra van Britten

Nadat hij al enige filmmuziek had geschreven voor documentaires, kwam zijn doorbraak door de uitvoering van Variations on a theme of Frank Bridge, dat zijn première kreeg op de Salzburger Festspiele in 1937. Door de daaropvolgende composities, met name Sinfonia da Requiem (1940) en Serenade (1943), werd hem de leidende rol in de Britse klassieke muziek toegedicht. 

Het leerzame van The Young Person’s Guide to the Orchestra (en niet alleen voor jongeren zoals de titel aangeeft) zit in het feit dat gedurende het werk elk muziekinstrument en elke secties aan muziekinstrumenten te horen is. Het begin van het werk is echter het samenspel van het gehele symfonieorkest, vervolgens valt het orkest uit elkaar in achtereenvolgend houtblazerskoperblazersstrijkers en slagwerkers, daarna nog een herhaling door het gehele orkest. De variaties zijn achtereenvolgend door dwarsfluiten, hobo’s, klarinetten, fagotten, violen, altviolen, contrabassen, harpen, hoorns, trompetten, trombones, tuba, pauken en percussie. Het slot wordt gespeeld op de wijze van een fuga waarbij de diverse groepen na elkaar hun stem in de fuga toevoegen om uiteindelijk in het beginthema samen te eindigen.

Publiciteitsfoto van Benjamin Britten (ca. 1968)


Interieur van de Koninklijke Muntschouwburg